Dinsdag 18 september was het weer Prinsjesdag. In de miljoenennota zijn de belangrijkste financiële plannen van het kabinet opgenomen. “De koopkracht gaat erop vooruit” luidde de berichtgeving. Toch zijn er behoorlijke verschillen, afhankelijk van je situatie. We zetten de belangrijkste punten op een rijtje zodat je weet wat je ongeveer kunt verwachten voor 2019 en daarna.

Het lage BTW-tarief gaat omhoog
In Nederland kennen we twee BTW-tarieven: het lage tarief van (nu nog) 6 procent en het hoge tarief van 21 procent. Het lage tarief wordt per 2019 verhoogd naar 9 procent. Onder dit lage tarief vallen diverse producten als bijvoorbeeld kraanwater, veel voeding, boeken en theatervoorstellingen, maar ook bepaalde diensten zoals de kapper, de schilder of de stukadoor. Ook het isoleren van je huis valt in het lage tarief.

Tip: heb je plannen om je huis te schilderen of te isoleren? Kijk dan of je dat dit jaar nog kunt laten doen. Je betaalt dan 3 procent minder BTW en dat is meer dan de rente die je in de tussentijd van de bank krijgt op je spaarrekening.

Hypotheekrenteaftrek hoge inkomens omlaag
Sinds 2014 daalt de kostenaftrek voor de eigen woning voor inkomens in de hoogste belastingschijf. Daar val je met een inkomen boven de 68.507 euro in. Komend vanaf 52 procent belasting (en dus een aftrek van 52 procent) werd de aftrek jaarlijks met een halve procent verlaagd. Ook in 2018 en 2019 is de verlaging 0,5 procent, zodat de aftrek in 2019 nog maar 49 procent is. Daarna gaat het echter veel harder: met drie procent per jaar in 2020, 2021 en 2022 en 2,95 procent in 2023 komt de aftrek dan uit op 37,05 procent.

Tegen die tijd kent de inkomstenbelasting nog maar twee tarieven: het basistarief van 37,05 procent voor inkomens tot 68.507 euro en het toptarief van 49,50 procent voor het deel van het inkomen dat boven dat bedrag uitkomt.

Door de verlaging van de kostenaftrek voor de hoge inkomens wordt die kostenaftrek straks dus voor alle inkomens gelijk: 37,05 procent.

Eigenwoningforfait
Het kabinet wil de versnelde afbouw van de kostenaftrek voor de hoge inkomens gebruiken voor verlaging van het eigenwoningforfait. In 2019 is het echter zo ver nog niet, dan blijft deze bijtelling gelijk. Dat betekent echter niet dat je kosten gelijk blijven. Het forfait is immers een percentage van de WOZ-waarde van je woning en hoewel het percentage dan wel gelijk blijft, stijgen de huizenprijzen.

De meeste eigenaren zullen dus meer belasting kwijt zijn voor hun woning.

Belastingtarief voor vermogen verandert iets
In box 3 van de inkomstenbelasting (vermogen) rekent de belastingdienst met twee tarieven: 0,36 procent en 5,38 procent. Naar mate je vermogen groter is, betaal je een groter deel naar het hoge tarief. De twee genoemde percentages wijzigen in 2019 naar 0,13 procent en 5,60 procent. Het gevolg is – simpel gezegd – dat je er bij een vermogen dat kleiner is dan ongeveer 105.000 euro iets op vooruit gaat. Is je vermogen groter, dan heb je dit voordeel niet.

Lager belastingtarief in schijven 2 en 3
Het grootste voordeel van 2019 zit hem in de belastingverlaging in de schijven 2 en 3 van de inkomstenbelasting. Doorgerekend is dat daardoor 96 procent van de huishoudens erop vooruit gaat. Het inkomen tussen de 20.142 en 68.507 euro wordt in 2019 met 38,10 procent belast en dat is 2,75 procent minder dan in 2018 het geval is. En dat scheelt natuurlijk flink. Daarnaast gaan ook bepaalde heffingskortingen nog omhoog.

Wat betekent dit in geld?
Hiervoor zijn de veranderingen in grote lijnen weergegeven. Om een indicatie te krijgen waar je in jouw situatie ongeveer rekening mee kunt houden heeft het Nibud de Koopkrachtberekenaar 2019 online gezet.

Bereken globaal je koopkracht voor 2019

De berekenaar geeft slechts een globale inschatting, er zijn veel zaken die lang niet iedereen raken buiten beschouwing gelaten. Maar voor een eerste indicatie in het een prima tool.